De Duivelsverzen
Salman Rushdie schreef het boek De Duivelsverzen, waarin hij kritisch stond tegenover de islam. Hierdoor vaardigde de Iraanse Ayatollah Khomeini, de toenmalige leider van de islamitische republiek, een fatwa over hem uit.
De opperste leider van de islamitische republiek schreef: ‘Ik wil alle moslims mededelen dat de schrijver van het boek getiteld De Duivelsverzen, dat werd geschreven, gedrukt en gepubliceerd in strijd met de islam, de profeet en de Koran, alsmede allen die bij de publicatie ervan betrokken waren en kennis hebben van de inhoud ervan, ter dood zijn veroordeeld. Ik roep alle ijverige moslims op hen snel te executeren, waar zij ook worden aangetroffen, opdat niemand de islamitische heiligheden beledigt. Wie op zijn weg gedood wordt, zal als een martelaar beschouwd worden. Dat is de wil van God’.
Onderduiken
Omdat Salman Rushdie ondergedoken en met doodsangsten door het leven moest gaan, werd hem gedurende die 33 jaar een normaal leven ontzegd. Er was enige hoop dat de fatwa opgeheven zou worden na de dood van Ayatollah Khomeini, maar die werd alsnog herbevestigd door de huidige leider van de islamistische republiek van Iran, Ayatollah Khamenei.
In een tweet in 2019 schreef hij klaar en duidelijk: ‘Imam Khomeini’s verdict over Salman Rushdie is gebaseerd op goddelijke verzen en net als goddelijke verzen is het solide en onherroepelijk’.
Terroristen
De fatwa had extreme gevolgen. Zo werd op 28 februari 1989, twee weken nadat Khomeini zijn fatwa uitvaardigde om Salman Rushdie te doden, een universitaire boekhandel die De Duivelsverzen verkocht in Berkeley gebombardeerd door terroristen. In datzelfde jaar werd er in Brussel zowel een Saoedische -, als een Tunesische geestelijke vermoord omdat ze zich hadden verzet tegen de fatwa van Khomeini. In 1991 werd de Japanse vertaler van Rushdie’s Duivelsverzen doodgestoken en in 1993 overleefde de Noorse uitgever van het boek een schotwond.
Het is ook niet de eerste keer dat Salman Rushdie zelf het doelwit is. De eerste keer was in maart 1989, slechts een maand nadat Khomeini de fatwa had uitgevaardigd om hem te doden. De Libanese Hezbollah-terrorist, Mustafa Mazeh, had een bom geïmproviseerd om Rushdie te doden en kwam zelf om door een vroegtijdige explosie. Het lichaam van Mustafa Mazeh werd als martelaar begraven op de openbare begraafplaats in Teheran.
Westerse waarden
Dit alles heeft een enorme dreiging op onze Westers fundamentele waarden ontketend. Meer dan ooit moeten de Westerse leiders de wil tonen om onze vrije meningsuiting te garanderen en te verdedigen tegen het islamisme, tegen terrorisme. Maar helaas moeten we vaststellen dat men soms liever in een kramp van zelfcensuur schiet en dat er nog steeds geflirt wordt met dit soort regimes. Zo ook met de islamitische repubuliek van Iran, de grootste staat die terrorisme sponsort. Met nog meer aanvallen tegen de vrije wereld en de westerse burgers tot gevolg.
Er zijn meer dan genoeg recente gebeurtenissen die dat staven. De terrorist Assadi die een bomaanslag plande op een bijeenkomst met duizenden dissidenten in Parijs – die gelukkig mislukte. De verijdelde aanslag in New York op de Iraanse journaliste en schrijfster Masih Alinejad. De geruchten over Iraanse plannen om Amerikaanse oud-veiligheidsadviseur John Bolton te vermoorden. En dichter bij huis: de gijzeling van professor Djalali, Olivier Vandecasteele en zeer recent ook een Zweedse burger. Dat laatste is een gevolg van de meegaandheid van sommige Westerse leiders in de sfeer van de Iraanse chantagediplomatie.
Iran-deal
Tot onze grote spijt leidde dit in eigen land tot de Iran-deal tussen de Belgische regering en de Iraanse ayatollah’s, die nochtans geen garantie biedt op de vrijlating van onze gijzelaars, maar wél de overdracht van de voorgenoemde terrorist Assadi verzekert. Die zal terugkeren naar Iran, waar de rode loper op hem wacht. Dit werd tot nu toe door geen enkel ander westers land aangedurfd en dan ook tot in internationale sferen hevig bekritiseerd.
Een wet die door de voorzitter van de Franstalige Orde van de Balie in Brussel trouwens werd geklasseerd als ‘een klap in het gezicht van de Belgische justitie’. Nobelprijswinnares Shirin Ebadi noemde het dan weer ‘een directe deelname aan terrorisme’. Toen heel wat meerderheidspartijen het licht op groen zetten voor deze deal, was de ontsteltenis dan ook groot en de aanval op Rushdie maakt de zaak nog wranger. Want met uitgerekend het regime dat een fatwa met een beloning van 3 miljoen dollar uitsprak over hem, sloot de regering-De Croo dat duivelspact.
‘From the beginning men used God to justify the unjustifiable.’ Met deze woorden voorspelde Rushdie, die momenteel voor zijn leven vecht, helaas zijn eigen lot. Steunbetuigingen zijn echter niet genoeg. Dit is opnieuw een wijze les voor het Westen dat de vrije meningsuiting vrijwaren van een essentieel belang is. Enig teken van zwakte ten opzichte van zulke regimes, staat haaks op dat fundamentele recht.